1918-1932

1914 - 1918 Eerste Wereldoorlog

1916 - Britse propaganda-documentaire The Battle of the Somme

1917 - Russische Revolutie

1919 - Algemeen kiesrecht in Nederland

1920 - Das Kabinett des Dr. Caligari: Duits expressionisme

1924 - Surrealistisch manifest

1925 - Pantserkruiser Potemkin: propaganda én experiment

1927 - The Jazz Singer (VS), de eerste succesvolle geluidsfilm

1929 - Un Chien Andalou: surrealisme in film

1929 - Beurskrach Wall Street in New York, begin crisisjaren '30

1932 - Eerste internationale filmfestival in Venetië

In het begin van de twintigste eeuw wilden veel kunstenaars iets anders dan de kunst van vroeger. Ze waren klaar met de oude regels en begonnen te experimenteren met nieuwe manieren van kunst maken. Deze vernieuwers noemen we avant-garde-kunstenaars. Ze liepen voor op hun tijd en wilden de wereld op een andere manier laten zien. De verzamelnaam voor deze nieuwe kunst is het modernisme.

Het modernisme was meer dan alleen een verzameling vernieuwende kunststijlen- en stromingen. Het was een reactie op grote veranderingen: toenemende industrialisatie met nieuwe machines en uitvindingen; groeiende steden; wetenschappelijke inzichten als de relativiteitstheorie en het onderbewuste van Sigmund Freud; en een Eerste Wereldoorlog die in Europa diepe sporen achterliet. Mensen voelden dat de wereld niet meer hetzelfde was. Kunstenaars probeerden die nieuwe, soms verwarrende wereld te begrijpen en te laten zien in hun werk.

Niet alleen beeldend kunstenaars, maar ook theatermakers, choreografen, schrijvers, componisten, architecten en denkers gingen anders naar de werkelijkheid kijken. Ze lieten oude vormen los en probeerden iets nieuws: onder andere het expressionisme, surrealisme, Bauhaus en constructivisme kwamen op. Modernistische stromingen, zoals het Duits expressionisme, ontstonden ook in film. Filmmakers gingen net als andere kunstenaars op zoek naar nieuwe manieren om verhalen te vertellen. In plaats van de populaire Hollywoodstijl – waarin het duidelijk vertellen van een verhaal centraal staat – experimenteerden zij met mise-en-scène, cameravoering, montage en sfeer, vooral in Europa en de Sovjet-Unie.

Ook in andere delen van de wereld was er aandacht voor film! De Chinese filmindustrie groeide in de jaren 1920 en 1930 in de stad Shanghai, destijds ook wel het Hollywoord van Azië genoemd. Chinese filmmakers volgde de ontwikkelingen in Amerika, Europa en de Sovjet-Unie en zagen film als perfect middel voor educatie en vermaak. Zij wilden met film sociale misstanden aan de kaak stellen (zoals armoede, vrouwenonderdrukking, klassenongelijkheid). Een bekende film uit deze periode is de film The Goddess (1934), die gaat over een moeder die zich opoffert voor haar zoon.

Volg ons op
s