In de jaren 60 veranderde er veel in de wereld, vooral in het Westen. Mensen kwamen in opstand tegen oorlog, racisme en oude regels over seks en gezag. Ze gingen bijvoorbeeld protesteren tegen de Vietnamoorlog en streden voor burgerrechten. Steeds meer mensen begonnen kritisch na te denken over macht en ongelijkheid.
Ook filmmakers lieten van zich horen. Ze maakten films die niet alleen wilden vermaken, maar ook reflecteerden over de wereld. Zo liet Dr. Strangelove (1964) van Stanley Kubrick op een grappige, maar serieuze manier zien hoe gevaarlijk kernwapens en oorlog kunnen zijn. The Battle of Algiers (1966) van Gillo Pontecorvo ging over de strijd van Algerijnen tegen Franse koloniale macht. Deze film werd verboden in Frankrijk omdat het zo kritisch was.
Niet alleen westerse regisseurs deden dit. Third Cinema is een filmstroming die ontstond in de jaren 60 in landen zoals Latijns-Amerika, Afrika en Azië. Filmmakers uit deze landen wilden iets anders dan de films uit Hollywood (First Cinema) of de Europese kunstfilms (Second Cinema). Ze vonden dat die films vaak te commercieel, te elitair of te westers waren. In plaats daarvan maakten ze films die politiek en sociaal betrokken waren. Ze vertelden verhalen over armoede, kolonialisme en ongelijkheid, vaak vanuit het perspectief van gewone mensen. Third Cinema wilde mensen aan het denken zetten en aanmoedigen om iets te veranderen in de samenleving. Het ging dus niet alleen om vermaak, maar om bewustwording en verzet.
Ook de feministische filmbeweging van de jaren '70 speelde met bewustwording en verzet door film. Deze beweging stelde vrouwen centraal in hun verhalen en wilde traditionele genderrollen doorbreken. Thema’s als vrouwelijke identiteit, seksualiteit en kritiek op de mannelijke blik (male gaze) werden nadrukkelijk onderzocht in deze films. Een van de sleutelfilms binnen deze feministische beweging is de film Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1975) van de Belgische filmmaker Chantal Akerman. Op indrukwekkende en experimentele wijze bevraagt deze film de rol van de vrouw in de westerse samenleving. Ook bracht de Nederlandse regisseur Marleen Gorris met haar film De stilte rond Christine M. (1982) een aanklacht tegen de manier waarop vrouwen worden behandeld in de maatschappij.
HIER NOG AAN TOEVOEGEN/HERSCHRIJVEN:
(Tekst van Stefan)
Afrofuturisme is een wereldwijde culturele en artistieke beweging die de ervaringen en de identiteit van mensen met een Afrikaanse (migratie)achtergrond (diaspora) centraal stelt. Thema’s als kolonialisme, sociale rechtvaardigheid en racisme worden vaak behandeld aan de hand van elementen van sciencefiction, fantasy, geschiedenis en mythologie. Cultuurcriticus Mark Dery kwam met de term in zijn essay "Black to the Future" (1994), waarin hij de culturele en artistieke uitingen van Afrikaanse diaspora-gemeenschappen onderzocht.
Naast beeldende kunst, literatuur en muziek vind je het Afrofuturisme ook terug in film. Een recent en bekend voorbeeld is de Marvel-productie Black Panther (2018, Ryan Coogler) over het fictieve land Wakanda dat bekendstaat om zijn vooruitstrevende technologie en toegang tot waardevolle grondstoffen. In de film Get Out (2017, Jordan Peele) worden thema’s als racisme en ongelijkheid aan de kaak gesteld, aan de hand van horror en sciencefiction elementen.
New Queer Cinema: de heteronormatieve maatschappij voorbij
Sinds de jaren zeventig kwam er in de Amerikaanse filmwereld steeds meer ruimte voor verschillende stemmen, en ontstond er een levendige onafhankelijke cinema die zich afzette tegen de mainstream commerciële filmindustrie. De gay- en queergemeenschap was in de jaren tachtig veelvuldig in de media, en dat had te maken met de AIDS-crisis waardoor veel mensen uit deze gemeenschap getroffen waren. In de jaren negentig vonden veel filmmakers dat het inmiddels tijd was om, naast de tegenslagen, ook meer positieve queer verhalen te vertellen.
.png/3a0ab9eaf9e5c557c5b07aca043da1b0.png)
Een voorbeeld van politieke cinema is de film Touki Bouki (1973). Deze film gaat over twee jonge mensen in Senegal die dromen van een nieuw leven in Parijs. Ze willen weg uit de armoede en hopen op een betere toekomst. Regisseur Djibril Diop Mambéty laat zien hoe lastig dat is. De film mixt opvallende, soms droomachtige beelden met kritiek op hoe Afrika is achtergelaten na de koloniale tijd. Mambéty laat voelen hoe jongeren worstelen met wie ze zijn, tussen traditie en moderne invloeden van het Westen.
Bekijk deze video over de invloed van Touki Bouki (1973)
Een belangrijke film binnen de Third Cinema is La hora de los hornos (1968) van Fernando Solanas en Octavio Getino. Het is een experimentele documentaire die de sociale en economische onderdrukking in Latijns-Amerika aankaart en oproept tot revolutie. De film is radicaal, en door middel van krachtige montage en symboliek, legt de film (neo)koloniale structuren bloot.
Bekijk de opening van de film La hora de los hornos..png/83187c57783783f199eb7464123025c4.png)
Politieke cinema is van alle tijden, ook in de hedendaagse cinema zijn veel politieke films te vinden. Een voorbeeld is de film Never Rarely Sometimes Always (2020). Deze film vertelt het verhaal van een jonge vrouw die in Amerika worstelt om een abortus te krijgen. Het laat zien hoe moeilijk en ingewikkeld het kan zijn om controle te hebben over je eigen lichaam, vooral in een samenleving met strenge regels en veel taboes. Deze film vertelt een persoonlijk verhaal, maar vraagt ook aandacht voor sociale en politieke problemen, zoals vrouwenrechten en vrijheid.
Bekijk de trailer van never, rarely, sometimes, always (2020)