De doorbraak van geluid, kleur en glamour : 1927-1939

Na de Eerste Wereldoorlog (1914–1918) was Europa er slecht aan toe. Veel landen hadden hoge schulden, miljoenen mensen waren werkloos en teleurgesteld in hun leiders. Door deze chaos kregen in sommige landen dictators de macht. In Duitsland kwam Adolf Hitler aan de macht. Hij gebruikte film en radio als middel om mensen te beïnvloeden. Dat noem je propaganda: media inzetten om mensen te overtuigen van een politieke boodschap. In 1929 brak in Amerika de Grote Depressie uit, een wereldwijde economische crisis. Banken gingen failliet, fabrieken sloten en mensen raakten hun baan kwijt. Veel mensen zochten afleiding en hoop – en film werd steeds populairder als betaalbaar vermaak.

Ondertussen veranderde techniek de manier waarop mensen leefden én naar kunst keken. De uitvinding van de radio en van film met geluid en kleur zorgde voor een ware revolutie in de cultuur. Voor het eerst konden grote groepen mensen tegelijk luisteren naar muziek, nieuws of verhalen. Dit was het begin van de massacultuur. Ook waren films niet langer stom, acteurs konden nu spreken, muziek werd onderdeel van het verhaal en de film was in kleur. Dit veranderde hoe mensen verhalen beleefden: realistischer, emotioneler en meeslepender. Ook maakte het geluid in film het mogelijk om nieuwe genres te ontwikkelen zoals de musicalfilm. Dialoog werd belangrijker, en verhalen konden complexer en spannender worden.

Samen met deze technologische veranderingen ontwikkelde zich in de jaren 1920 en 1930 het Hollywood Studio Systeem. Grote studio’s als MGM, Warner Bros., Paramount en Universal namen het hele productieproces over: van het schrijven van het script tot het filmen, monteren, distribueren en vertonen in bioscopen die vaak ook van hen waren. Acteurs en regisseurs lagen vast onder lange contracten en er werd gewerkt volgens een soort lopende band-model. Door de efficiëntie en schaalgrootte van het studiosysteem werd Hollywood dominant in de wereldfilmindustrie. Amerikaanse films en levensstijl verspreidden zich wereldwijd en beïnvloedden andere filmculturen.

Tegelijkertijd ontwikkelden andere landen hun eigen filmindustrieën, met een eigen stijl en verhalen. In India begon dat al vroeg, met de eerste speelfilm Raja Harishchandra in 1913. Rond de stad Bombay (nu Mumbai) groeide een levendige filmcultuur die we nu kennen als Bollywood. Hoewel Bollywood zich liet inspireren door Hollywood, ontwikkelde het ook een eigen herkenbare stijl, vol zang, dans, melodrama en familiethema’s. Vanaf de jaren dertig werd muziek een vast onderdeel van de film, en dat sprak een enorm publiek aan. Zo ontstond de Bollywood-musical: een film waarin het verhaal regelmatig wordt onderbroken door grote zang- en dansnummers. Deze scènes zijn vaak kleurrijk, uitbundig en vol emotie. De musicalstijl werd hét kenmerk van Bollywood en spreekt tot op de dag van vandaag miljoenen mensen aan. Een hedendaags voorbeeld van de Bollywood musical is Rocky Aur Rani Kii Prem Kahani (2023)