In het begin zat er geen geluid bij films, dit werden stomme films genoemd. Er werd live muziek gespeeld in de bioscoop, of iemand vertelde hardop wat er gebeurde. Beelden en tussentitels (tekst in beeld) moesten het verhaal duidelijk maken.
Vanaf de vroege jaren van de filmgeschiedenis werd geëxperimenteerd met geluid, maar pas in 1927 kwam het grote publiek voor het eerst echt in aanraking met de geluidsfilm, ookwel een talkie genoemd. In 1927 werd de geluidsfilm The Jazz Singer vertoond. Opmerkelijk aan deze film is dat het hoofdpersonage in een aantal scènes een blackface heeft. Dat betekent dat hij zijn gezicht zwart schminkt om op een karikatuur van een zwarte persoon te lijken. Dit is een racistische vorm van entertainment die mensen met een donkere huidskleur belachelijk maakt en stereotypeert. In de jaren 20 en 30 werd blackface vaker gebruikt, ook in shows en theaters.
In de film the Jazz Singer hoorde het publiek voor het eerst een acteur zingen én praten op het scherm. Dit kwam door een nieuwe techniek die beeld en geluid kon combineren. Het publiek was enthousiast. Vanaf dat moment wilden filmstudio’s alleen nog maar geluidsfilms maken. In deze video wordt de film the Jazz Singer besproken.
Dit had grote gevolgen: alles in de filmwereld moest veranderen. Nieuwe studio’s moesten worden gebouwd die geluid konden opnemen. Acteurs moesten nu goed kunnen praten én acteren. Sommige bekende sterren van de stomme film verdwenen omdat hun stem niet goed klonk, of omdat ze niet konden wennen aan het nieuwe acteren.
.jpg/8960269b9fbd4ef454ea0e5b74756166.jpg)
Met de komst van geluid in film, gaan filmmakers experimenteren met deze nieuwe technologie. In Hitchcock’s Blackmail (1929) hoor je hoe het geluid spanning toevoegt. Als iemand “mes” zegt, wordt het geluid extra versterkt. Het laat zien dat geluid ook iets kan betekenen, niet alleen iets laten horen.
Bekijk hier een scene uit de film Blackmail (1929)-1748009854.jpg/3fd1db87090ec952b062b742c0f6156a.jpg)
De overgang van stille film naar de geluidsfilm was zo makkelijk nog niet. Filmstudio’s moesten wennen aan de nieuwe technologie, en de acteurs aan het goed gebruiken van hun vocale capaciteiten. In de film Babylon (2022, Damien Chazelle) zien we hoe de opnames van een Hollywoodfilm in deze overgangsperiode vertraagd en gefrustreerd worden door problemen met het opnemen van geluid.
Bekijk hier een scene uit de film