Still: Falling Leaves, Alice Guy-Blaché (regie), VS 1912
Wanneer begint de geschiedenis van film? Meestal wordt gezegd: in de tweede helft van de 19e eeuw, een tijd van veel verandering. Maar de bouwstenen van film zijn dan al gelegd. Want de droom beelden in beweging te zetten en te vertonen -al dan niet als een afspiegeling van de werkelijkheid- is eeuwenoud. Bijvoorbeeld in het oost-Aziatische schimmenspel, waarbij schaduwen van poppen op een scherm worden geprojecteerd om een verhaal te vertellen. Of de toverlantaarn, eigenlijk een soort projector. De zoötroop en praxinoscoop zijn apparaten waarmee stilstaande plaatjes 'tot leven' worden gebracht (oftewel 'geanimeerd'). En ten slotte: de fotografie, waarmee mensen voor het eerst 'echte' beelden van de wereld kunnen maken.
Verschillende mensen spelen een belangrijke rol in het ontstaan van film als het medium van 'bewegend beeld op een scherm'. Bijvoorbeeld Eadweard Muybridge, die in 1878 fotografische studies publiceert van mensen en dieren in beweging. Het bedrijf van de Amerikaan Thomas Edison komt met de kinetoscoop, een soort kijkdoos waarmee je naar een kort filmpje kon kijken.
En de Franse broers Lumière verbeteren de filmcamera én de filmprojector met hun cinematograaf en vertonen vanaf 1895 alledaagse gebeurtenissen op een scherm voor een betalend publiek.
Toenemende welvaart
Naast deze technologische vernieuwingen is het toenemen van de welvaart (vooral voor de Europese en Amerikaanse middenklasse) belangrijk voor de ontwikkeling van film. Er is meer geld te besteden en meer vrije tijd om door te brengen. Veel mensen gaan naar het theater (waar toneelstukken worden gespeeld), tentoonstellingen (waar je kunst of andere dingen kunt bekijken) en concerten. Ook 'naar de film gaan' wordt een populaire manier om de vrije tijd door te brengen. In het begin vooral nog als 'kermisattractie' voor een breed publiek - en ook letterlijk vertoond op kermissen. Met de komst van echte bioscopen, de ontwikkeling van filmische technieken en speelfilms waarin verhalen verteld worden zoals de middenklasse die kent van gevestigde kunstvormen als theater en literatuur, ontwikkelt film zich tot een aparte (artistieke) discipline.
De eerste films: cinema of attractions
De films die de gebroeders Lumière vertoonden, laten alledaagse gebeurtenissen zien. Bijvoorbeeld een trein die een station binnenrijdt, een moeder die haar baby zoogt in een zomerse tuin, maar ook opnames van theater- of dansvoorstellingen. Actualités ('actualiteiten') worden dit soort korte films met opnames uit het dagelijks leven genoemd, en ze worden over de hele wereld gemaakt en vertoond. Bijvoorbeeld Momijigari (Japan, 1899), een opname van een traditionele Japanse kabuki-theatervoorstelling. Ook Panorama of Calcutta (1909), over het dagelijks leven aan de rivier de Ganges in India, is zo'n typische actualité uit de beginjaren.
Naast actualités worden er ook al films met fantastische, sprookjesachtige en science-fiction-elementen gemaakt, door gebruik te maken van theatrale decors, kostuums en speciale trucs. Bijvoorbeeld de films van de Franse illusionist Georges Méliès, of die van Alice Guy-Blaché. In haar korte film La Fée aux Choux zien we hoe een fee babies uit een veld vol kolen ('choux') tovert.
Kleur in de eerste films
Je denkt misschien dat vroege films altijd zwart-wit zijn, maar al vanaf het prille begin van de filmgeschiedenis worden er al 'kleurenfilms' gemaakt. Soms om de 'natuurgetrouwheid' van het beeld te versterken (b.v. rood vuur) maar vaak ook omdat het bewegende beeld er interessanter of aantrekkelijker door wordt: kleur als 'attractie'. Hoe dat in zijn werk ging, lees je hier.
De actualités van de gebroeders Lumière en de sprookjesachtige films van Méliès en Guy-Blaché zijn voorbeelden van korte films over het leven van alledag, of waarin iets bijzonders, spectaculairs, of onmogelijks vertoond wordt. Het zijn ook stille films, zonder geluid: een goede manier om geluid en beeld tegelijkertijd (oftewel: synchroon) op te nemen, bestaat dan nog niet. Ook er is nog niet echt een sprake van opeenvolgende beelden die op visuele wijze, door middel van cameravoering en montage, een samenhangend verhaal vertellen. Deze eerste films waren vooral bedoeld als technisch wonder: kijk eens, het beeld beweegt! De Britse filmhistoricus Tom Gunning noemt deze periode in de filmgeschiedenis daarom ook wel cinema of attractions: film als (kermis-)attractie.
Cinema of attractions of viral video?
Een grappig filmpje of een korte meme op TikTok: eigenlijk zijn de video's die we zelf kijken en maken op social media niet veel anders dan die korte, verrassende cinema of attractions-filmpjes. In de documentaire And The King Said, What A Fantastic Machine (2023,) zie je een aaneenschakeling van beeld, van de allereerste foto's, tot de viral videos van nu. Zo laat de film zien hoe alomtegenwoordig bewegend beeld is in de wereld waarin we leven. Bekijk hier de trailer.
Verhalen vertellen met film
Vanaf het begin van de twintigste eeuw wordt geëxperimenteerd met filmische technieken (zoals cameravoering en montage) om op zuiver visuele wijze een verhaal te vertellen dat voor het publiek goed te volgen is. Ook gaan acteurs speltechnieken gebruiken die beter passen bij het acteren voor de camera. Bijvoorbeeld bij een close-up, die een andere manier van spelen vereist dan op een podium in een theaterzaal.
Spannende montage
The Great Train Robbery (gemaakt in 1903 door regisseur Edwin S. Porter) is een van de eerste films waarin echt geprobeerd werd om een spannend en duidelijk verhaal te vertellen met behulp van cameratechnieken en montage. Het is waarschijnlijk ook de allereerste westernfilm.
Bestaan films tot dan toe vaak uit een reeks losse beelden, vanuit één standpunt gefilmd, zonder dat de camera beweegt (een beetje alsof je naar een reeks tableaus zit te kijken), in The Great Train Robbery gebeurt iets anders. De camera beweegt mee met de personages, er wordt vanuit verschillende hoeken gefilmd, en er worden nieuwe montagetechnieken gebruikt om het verhaal spannender en makkelijker te volgen te maken.
De film gebruikt technieken die nu nog steeds toegepast worden, zoals establishing shots (beelden die laten zien waar de scène zich afspeelt), match-on-action (een beweging begint in het ene shot en gaat in het volgende shot vloeiend, alsof het één geheel is) en parallelmontage (twee dingen die tegelijk op verschillende plekken gebeuren, worden door elkaar gemonteerd, waardoor de spanning wordt opgevoerd).
Dankzij deze vernieuwingen begreep het publiek beter wat er gebeurde in het verhaal. De film voelde als één logisch geheel, van het ene shot naar het volgende, van de ene scène naar de andere en is daarmee een vroeg voorbeeld van continuïteitsmontage.
Racistische stereotypen
Veel mensen denken bij de eerste films vooral aan films uit Europa en Amerika. Maar ook in Afrika, Azië en Zuid-Amerika werden al vroeg films geproduceerd. Toch werden deze ook vaak gemaakt door Europese koloniale machthebbers en werden de niet-Europese culturen in deze films als “exotisch” of “vreemd” neergezet. Een voorbeeld is The Rose of Rhodesia (1917), een film met racistische stereotypen, waarin de witte Europese cultuur en de witte mens als superieur wordt getoond ten opzichte van de Afrikaanse cultuur en mens. Helaas is het racisme in The Rose of Rhodesia geen uitzondering in de vroege jaren van de filmgeschiedenis. Een beroemde, maar ook zeer omstreden film is The Birth of a Nation (1915) van regisseur D.W. Griffith.
The Birth of a Nation
The Birth of a Nation is technisch vernieuwend en invloedrijk. De principes van continuiteïtsmontage (zoals parallelmontage) worden er verder in ontwikkeld en er wordt gebruik gemaakt van close-ups en beeldovergangen zoals fade-outs, verschillende camerastandpunten, en enorme massa-scènes met honderden figuranten. Gebaseerd op een populaire roman (en later, een toneelstuk), vertelt de film een groots en meeslepend verhaal over de Amerikaanse burgeroorlog, in zo'n drie (!) uur.
Tegelijk is de film controversieel, vanwege de verheerlijking van de Ku Klux Klan en de racistische, denigrerende stereotypes van zwarte Amerikanen (gespeeld door witte acteurs in 'blackface') en de verheerlijking van de Ku Klux Klan. Volgens historici zou de film zelfs direct verantwoordelijk zijn voor het (opnieuw) populair maken van deze organisatie bij een wit (Amerikaans) filmpubliek.
BlacKkKlansman
In de film BlacKkKlansman (2018) van regisseur Spike Lee wordt expliciet verwezen naar The Birth of a Nation. In een scène kijken leden van de Ku Klux Klan tijdens een bijeenkomst gezamenlijk naar Griffiths film. Tegelijkertijd wordt deze scène -een sterk voorbeeld van de kracht van parallelmontage- doorsneden met beelden van een Afro-Amerikaanse activist die het verhaal vertelt van de lynchpartij van Jesse Washington.
Het succes en de invloed van onder andere The Birth of a Nation laat zien hoe krachtig film is als middel om verhalen te vertellen. Het kan het publiek meevoeren in een verhaal en tegelijkertijd op grote schaal verkeerde ideeën verspreiden en mensen beïnvloeden. Schadelijke denkbeelden verpakt als 'onschuldig vermaak': het komt vaker terug in de filmgeschiedenis.
>>> Verder lezen 1915-1927: overal vernieuwing