Soorten camerabewegingen en bewegingen binnen het kader

Beweging in film kan betrekking hebben op de cinematografie (cameravoering en licht) en op de mise-en-scène (enscenering).

Hieronder maken we onderscheid tussen twee soorten 'bewegingen' in film:

  1. Qua cinematografie (cameravoering en licht) en;

  2. Qua mise-en-scène (enscenering).

1. Cinematografie (cameravoering en licht)

Er zijn meerdere bronnen die uitleg geven aan de term cinematografie. Een meervoudige Nederlandse definitie is "1) De kunst en technologie van het vervaardigen van cinema (filmkunst); 2) Het fotograferen van bewegende voorwerpen" (bron: Encyclo). De Engelstalige definitie "Cinematography, the art and technology of motion-picture photography" (bron: Britannica) maakt dezelfde uitleg iets complexer doordat de geïmpliceerde beweging hier refereert aan het gegeven dat film in zijn oorsprong bestaat uit een opeenvolging aan foto's die de illusie van beweging veroorzaken.

Als we praktisch kijken naar beweging in cinematografie dan komen we gauw uit op de verschillende cameratechnieken die voor beweging in het beeld zorgen, denk hierbij bijvoorbeeld aan pan, tilt en zoom. De bewegingen in het beeld van voorwerpen (die we doorgaans rekenen onder de mise-en-scène) hebben mede een invloed op de keuzes binnen de cinematografie en de technieken die daarvoor nodig zijn (waaronder dus een bewegende cameravoering).

2. Mise-en-scène (enscenering)

De mise-en-scène heeft betrekking op alle zichtbare elementen in het beeld en die de regisseur als het ware heeft geënsceneerd (oftewel: in scène gezet). In fotografie staan deze elementen in principe 'stil', terwijl in film verschillende bewegingen (on)bewust gegenereerd worden door onder andere mensen, dieren, en voorwerpen. Alle (on)geplande bewegingen in het beeld hebben al dan niet een effect op de gewenste cameravoering. Als bijvoorbeeld een acteur opzij beweegt, dan kan de camera in principe volgen of niet. Het is daarom goed om kennis te hebben van de verschillende cameratechnieken en tijdens het maakproces bewust te zijn hoe deze invloed hebben op elkaar. Voorbeelden: zoom je in (ook een beweging), dan verandert letterlijk je mise-en-scène (datgene wat je dus in beeld ziet); wil je dat een acteur onderdeel blijft van je kader, dan moet de camera wel volgen.

Video - alles over de verschillende cameratechnieken

In deze uitlegvideo van Studio Binder worden de verschillende cameratechnieken in film uitgelicht met goede voorbeelden. In het Engels.

Bekijk de video (29 minuten)

Camera die volgt

In dit ononderbroken (long take) shot van 2,5 minuut volgt de camera het hoofdpersonage wanneer hij zich letterlijk door een gang heen vecht. Door dit vaste zijaanzicht aan te houden door middel van een continu 'tracking shot' ontstaat er een dramatisch effect in de scène.

Bekijk hier de vechtscène uit Oldboy (PARK Chan-wook, 2003)

Onzichtbare beweging

In dit shot lijkt het alsof de ruimte-stewardess ondersteboven loopt. Om dit shot voor elkaar te krijgen hebben de filmmakers de set gebouwd op een roterende cilinder waarbij de actrice gewoon horizontaal vooruit loopt en de camera die vast aan de cilinder/set zit meebeweegt. De illusie: de vrouw lijkt gewichtsloos ondersteboven te kunnen lopen!

Bekijk hier de scène uit 2001: A Space Odyssey (Stanley Kubrick, 1968)

Verschillende frames binnen een frame

In dit ononderbroken (long take) shot van 2 minuten zoomt de camera uit waardoor er steeds verschillende frames ontstaan: eerst lijkt het alsof we ons buiten bevinden, waarna onthuld wordt dat dit shot vanachter een raam gefilmd is, om te eindigen met de man die uit het raam blijkt te kijken waarvan dit het uitzicht was aan het begin van het shot.

Bekijk hier de scène uit Damnation (Béla Tarr, 1988)

Video - De Dolly Zoom: Meer Dan Een Goedkope Truc

In deze uitlegvideo van Now You See It worden de verschillende toepassingen (voorbeelden) van de Dolly Zoom uitgelicht. In het Engels.

Bekijk de video (4 minuten)

Volg ons op