Standpunt

Film je van boven naar beneden of juist andersom? Het standpunt van de camera bepaalt hoe iets in beeld wordt gebracht. Lees hier alles over het standpunt van de camera!

Met het standpunt van de camera wordt de plek waar de camera staat bedoeld. Dit standpunt heeft veel invloed op de beleving van de kijker. Zo kan een standpunt samen met de juiste camera afstand een gevoel van macht of juist minderwaardigheid oproepen.

Er zijn 6 verschillende soorten standpunten:

  1. Vogelvlucht : de camera filmt van boven naar beneden, zoals het perspectief van een vogel. Dit zorgt dat de kijker overzicht heeft over de situatie en snapt op welke locatie de scene zich afspeelt. Dit standpunt wordt daarom vaak in het begin van een scene gebruikt in combinatie met een totaalkader. Zie voorbeeld 1

  2. Hoog: de camera filmt iets boven oogniveau. Dit maakt het onderwerp klein en kwetsbaar. In combinatie met een close-up zorgt dit standpunt voor een gevoel van paniek en claustrofobie. Zie voorbeeld 2

  3. Neutraal : de camera filmt op oogniveau. Het plaatst het onderwerp op gelijkniveau met de kijker. Dit standpunt wordt het meest gebruikt. Zie voorbeeld 3

  4. Laag : de camera filmt iets onder oogniveau. Dit standpunt maakt het onderwerp dreigend. Zie voorbeeld 4

  5. Kikvors : de camera filmt vanaf de grond. Dit standpunt zorgt dat het onderwerp groter in beeld komt. Dit standpunt wordt gebruikt om macht en dominantie over te brengen. Zie voorbeeld 5

  6. Gekanteld : de camera heeft een schuine horizon. Dit zorg voor een verwarrend effect en geeft een gevoel van controleverlies. Zie voorbeeld 6

Voor de leerling

Bekijk de onderstaande filmvoorbeelden en maak de vragen:

  1. Welke camerastandpunten vallen je op? Schrijf per filmvoorbeeld 2 camerastandpunten op.

  2. Wat was het effect van het standpunt op jou? Schrijf achter elke camerastandpunt uit vraag 1 op wat het met jou deed.

    Kies uit de volgende opties:
    Je ervaarde de emoties van de personages
    Je voelde de sfeer beter
    Je begreep het verhaal, de locatie of de personages beter, omdat je informatie kreeg.
    Anders, namelijk..

  3. Vergelijk tot slot de filmvoorbeelden met elkaar: zijn de camerastandpunten hetzelfde? Was het effect op jou hetzelfde?

Filmvoorbeeld 1: Mathilda - Danny DeVito (1996)

'Ik ben slim, jij bent dom.' In de film Matilda worden er gemene dingen gezegd tegen het slimme meisje, Mathilda. Haar vader en de strenge directeur behandelen haar slecht. Gelukkig krijgt ze hulp van haar lieve juf Miss Honey en ontdekt ze haar bijzondere krachten. De humor van regisseur Danny DeVito past goed bij het boek 'Mathilda 'van Roald Dahl waarop de film is gebaseerd.

Bekijk hier een scene uit de film

Filmvoorbeeld 2: Kill Bill - Quentin Tarantino (2003) - Ander voorbeeld?

Een jonge vrouw wordt op haar bruiloft neergeschoten door haar collega's, een club huurmoordenaars onder leiding van ene Bill. Ze overleeft ternauwernood, ontwaakt jaren later uit een coma, bemachtigt een samoeraizwaard en zoekt haar aanvallers op, om ze een voor een te vermoorden. Dit is het eerste deel van Tarantino's ode aan ouderwetse Aziatische vechtfilms.

Bekijk hier een scene uit de film

Lesidee

Film een conflict, zonder geluid en (camera)beweging, maar met camerastandpunten!

Leerlingen bedenken een conflict tussen twee mensen, bijvoorbeeld tussen ouder en dochter/zoon, docent en leerling of twee vrienden. De leerlingen filmen 30 seconden van het conflict en moeten doormiddel van camerastandpunten aan de kijker vertellen hoe de relatie tussen de twee mensen is. Kijk de filmpjes terug, is het gelukt?

Volg ons op
s