Kijk & Vertel: het filmgesprek

Zo voer je een filmgesprek

1. Voordat je de film start, herinner je de leerlingen aan de drie ontdekkingsvragen: Wat zie je? Wat hoor je? Wat voel je?

2. Bepaal na afloop van de film met welke ontdekkingsvraag je start. Laat je leiden door goed naar je groep te kijken. Telkens doorloop je dezelfde cirkel van het uitnodigen tot het delen van een waarneming of ervaring, de leerling aanmoedigen om hun interpretaties te onderbouwen en vervolgens te zoeken naar andere ervaringen.

3. Ga pas verder met een andere ontdekkingsvraag als er niets meer te ontdekken valt.

4. De aandachtsspanne van de groep bepaalt de duur van het gesprek.

5. Pas de vragen aan of voeg nieuwe toe, maar stel altijd de verdiepende vragen. Keken jullie een lange film? Kies dan met de groep één scène en kijk deze nog een keer. Start hier het gesprek.

Jouw rol als leraar

Je hoeft geen uitgebreide voorkennis te hebben van de filmbeelden. Jij helpt het gesprek op gang en zorgt ervoor dat iedereen zich veilig en gezien voelt. Je stimuleert de nieuwsgierigheid tussen leerlingen naar elkaars filmbeleving. Het open en zonder oordeel bespreken van wat iedereen heeft gezien, gehoord, gedacht of gevoeld en welke aanwijzingen ze daarvoor in het fragment vonden, vormt de kern van het filmgesprek.

1. Wees nieuwsgierig

2. Heb aandacht voor iedereen

3. Blijf neutraal in je reactie

4. Maak bij de antwoorden van leerlingen geen onderscheid tussen “goed” en “fout”, maar bedank voor de reactie.

5. Vat samen en parafraseer

6. Stiltes zijn oké

7. Het gaat om de ervaring, niet om kennis

8. Jij hoeft de film niet te kennen en de antwoorden niet te weten.