Wat moet de kijker zien om het verhaal en de sfeer te begrijpen? Met camera afstand en kadrering bepaal je wat er in beeld wordt gebracht. Lees hier meer over camera afstand en kadrering.

In het kort

De camera filmt wat binnen het kader te zien is. De camera afstand bepaalt hoeveel van het onderwerp in het kader te zien is en dus wordt gefilmd. Er zijn 5 verschillende camera afstanden: Extreem close-up, close-up, medium shot, long shot en extreem long shot. Wat je in het kader laat zien bepaalt de informatie die je aan de kijker geeft en de sfeer in de scene.

Een kader is de randen van een beeld. De camera filmt wat binnen het kader te zien is. Dit is uitsnede, er valt dus een deel buiten het kader. De camera afstand bepaalt hoeveel van het onderwerp in het kader te zien is en dus wordt gefilmd. Er zijn 5 verschillende camera afstanden: Extreem close-up, close-up, medium shot, long shot en extreem long shot. Wat je in het kader laat zien bepaalt de informatie die je aan de kijker geeft en de sfeer in de scene. Samen met het standpunt heeft de camera afstand veel invloed op de beleving van de kijker.

Er zijn 5 camera afstanden:

  1. Extreem close-up: Een detail van het onderwerp vult het hele kader, zoals de ogen. Zie voorbeeld 1

  2. Close-up: Een deel van het onderwerp vult het meest van het kader. Meestal is dit het gezicht. Met een close-up wordt de nadruk gelegd op de gezichtsuitdrukking, gebaren of details. De close-up wordt meestal gebruikt om iets te benadrukken of om emotie op te roepen bij de kijker. Zie voorbeeld 2

  3. Medium shot: de helft van het onderwerp is zichtbaar. Bij een medium shot is het beeld gebalanceerd, het onderwerp en de omgeving komen even veel in beeld. Dit shot wordt hierdoor het meest gebruikt in film. Zie voorbeeld 3

  4. Long shot: Het gehele onderwerp is zichtbaar en de omgeving is belangrijker dan het onderwerp. Dit shot wordt meestal gebruikt om bewegingen van personages te tonen of om een overzicht van de situatie te geven. Long shot worden daarom ook vaak establishing shots genoemd. Deze establishing shots worden gebruikt aan het begin van een scene of film om de situatie te introduceren aan de kijker. Zie voorbeeld 4

  5. Extreem long shot: het onderwerp is heel klein in beeld gebracht en wordt omringd door de omgeving. De omgeving staat centraal. Dit shot wordt ook gebruikt als establishing shot. Zie voorbeeld 5

Bekijk de onderstaande filmvoorbeelden en maak de vragen:

  1. Welke camera afstanden vallen je op? Schrijf per filmvoorbeeld 2 camera afstanden op.

  2. Waarom heeft de filmmaker deze camera afstand gebruikt? Schrijf achter de 4 camera afstanden uit vraag 1 op wat de filmmaker volgens jou wilt bereiken met deze camerabeweging.
    Kies uit de volgende opties:

    Emotie van personages vergroten
    Sfeer benadrukken
    Informatie geven over het verhaal, de locatie of de personages
    Anders, namelijk..

  3. Vergelijk tot slot de filmvoorbeelden met elkaar: zijn de camera afstanden hetzelfde? Hebben de makers hetzelfde doel voor ogen?

Filmvoorbeeld 1 : The good, the bad en the ugly

Het verhaal van de film 'the good, the bad en the ugly' dat zich afspeelt tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog draait rond drie mannen die ieder voor zich op zoek zijn naar een goudschat. Het is een westernklassieker, opgenomen in Spanje.

Bekijk hier een scene uit de film

Filmvoorbeeld 2: Sherlock

De klassieke personages van Sir Arthur Conan Doyle, Sherlock Holmes en zijn assistent Dr. Watson, doen onderzoek in het hedendaags Londen. In deze serie krijgen de typische Holmes-zaken een vernuftige update, inclusief technische gadgets en allerlei andere moderne twists.

Bekijk hier een scene uit de serie

Wicked film assignment

Maak het verhaal af! Bekijk de film tot 02:44 en maak het verhaal af! Welke camera afstanden kies je? https://youtu.be/Su7vQDNKuWI?si=e5yGlfhFY-ItQmzJ

Volg ons op